Volgende 14-10-2003
Hoofdmenu
Vorige 12-10-2003
Open deze kmz file 20031013.kmz uit de directory GoogleEarthfiles in Google Earth.
Foto's 031013-001 t/m 031013-034. Ze staan in dit zip-bestand.
Om 8 uur 's morgens van onze "asphalt-camping" vertrokken. Tanken in Hurricane waar het vreselijk hard waait, what's in a name? Om 16 uur (mountain time, we zijn weer een tijdsgrens gepasseerd) op Zion Canyon RV campground aangekomen. Ook hier stopt weer een shuttlebus voor de deur, waarmee we snel en eenvoudig naar Zion Park kunnen (eigen vervoer is daar niet toegestaan). Daar wat rond gelopen en onze ogen uitgekeken, tot 19.30 uur.
Al bij de afrit naar de Valley of Fire zie je in de verte het effect
van de Colorado River in de vorm van het glinsterende Lake Mead terwijl op de
eerste rode rotsblokken van de Beehives ('bijenkorven' of
zandsteenkoepels) het 'vuur' van het dal begint te gloeien. Hier, tussen de
groen-contrasterende creosootstruiken, voelen de kinderen zich het lekkerst
omdat ze in en op de stenen heerlijk kunnen rondkruipen.
De rossige rotswand heeft sinds (naar schatting) 150 miljoen jaar haar
prehistorische tijdgenoten - dinosaurussen, Mandenmakers, Anasazi- en
Paiute-indianen - schitterend overleefd. Ook boven het Visitor Center houdt het
aantrekkelijke dal zich aan zijn belofte: de Rainbow Vista opent een
eerste vergezicht en vanaf het parkeerterrein van de Mouse's Tank leidt een
trail door de rotsen van de Petroglyph Canyon, in de wanden waarvan
indiaanse tekeningen zijn gegrift. De weg is her en der perfect geprepareerd,
met houders in het gesteente om amateurfotografen de kans te bieden hun statief
te verankeren en hun zware apparatuur op te stellen. Wie doorloopt tot
Mouse's Tank, stuit op een natuurlijk verzamelbekken voor regenwater - ooit
de schuilplaats van een indiaanse kluizenaar.
Kale bergplooien en grote aantallen joshua trees begrenzen het brede dal,
tot de Virgin River voor landbouwkundig nut en groene ogentroost zorgt.
Even voorbij Mesquite, na het passeren van de grens met Arizona, nadert
de highway de rivier en maakt zich op voor een spectaculaire slingertocht
door de uitgesleten kloof, die even later uitzicht biedt op een massief
bergpanorama: zo geeft Utah zijn optische optreden gestalte.
Het religieuze volgt op de voet. Ter hoogte van St. George steekt de witte
tempel van de 'Heiligen der laatste dagen' af tegen de rode rotsen op de
achtergrond. Deze eerste mormonentempel in Utah werd gebouwd tussen 1869 en
1877.
Hier zijn ze tenslotte dus terecht gekomen, de vervolgden wier kerkgenootschap,
de 'Church of Jesus Christ of Latter-day Saints' (LDS) in 1830 werd gesticht in
Fayette in de staat New York en die stellig als een van de ongewoonste
religieuze gemeenschappen van de VS in de 19de eeuw kan gelden. Hun zelfbeeld is
gebaseerd op het 'Book of Mormon' van de New Yorkse boerenzoon Joseph Smith jr.,
die droomde dat hij door een engel naar begraven gouden schrijftabletten werd
geleid, waarvan hij de symbolen vertaalde en er het 'Boek van Mormon' van
maakte. Het gaat over het lot van een oud volk uit het Nabije Oosten dat naar
Amerika emigreert - een voortzetting van de bijbelse geschiedenis op
VS-territorium.
Na de (veronderstelde) verhuizing naar de nieuwe wereld begon de ellende van
voor af aan, want overal waar de mormonen zich vestigden (onder andere in Ohio,
Illinois, Missouri), ontstonden ergernis en strijd, moord en doodslag, meestal
veroorzaakt door angst voor hun economische macht, hun kiezersbinding (block
vote), hun exclusieve religieuze aanspraken, hun polygamie en hun verzet
tegen de scheiding van Kerk en staat. In 1844 werd Smith in Illinois vermoord,
uitgerekend in het jaar waarin hij zich kandidaat wilde stellen voor het
presidentschap.
Kort na zijn dood vertrokken vijftienduizend mormonen onder leiding van
frontiersman en nieuwe profeet Brigham Young naar het Westen en stichtten in
1848 aan het Grote Zoutmeer Salt Lake City en de staat 'Deseret', het 'Land der
honingbijen', zoals het in het 'Boek van Mormon' staat. Behalve de geboortedag
van John Smith en Brigham Young viert men in Utah nog steeds de 24ste juli als
'Pioneer Day', de dag dat de karavaan het beloofde land aan het Salt Lake
bereikte. En ook de 'bijenkorf' houdt men in de 'Beehive State' in ere.
Toen de kolonisten arriveerden, hoorde het land nog bij Mexico; pas in 1848, bij
de vrede van Hidalgo, kwam het in handen van de VS.
Maar ook deze exodus had haar schaduwzijden, want op hun weg naar het Westen
bleven de mormonen impopulair doordat ze steeds in groten getale kwamen, alles
opkochten, bezetten en politiek in hun macht probeerden te krijgen. De federale
regering wantrouwde de stichting van de staat aan het Zoutmeer en stuurde in
1857 troepen naar de staat om de heiligen tot de orde te roepen. Een regelrechte
oorlog werd weliswaar vermeden, maar er ontstonden schermutselingen en er vielen doden.
Toen in de loop van hun kolonisatiesuccessen door ijver, hygiëne en solidariteit
- zoals gesymboliseerd in het beeld van de bijenkorf - woestijnen werden
veranderd in bloeiende tuinen en met de grondwet in strijd zijnde regels zoals
de veelwijverij officieel werden afgeschaft, stabiliseerde de toestand zich. In
1896 werd het 'Territory of Utah' eindelijk opgenomen in de Unie. In de daarop
volgende periode werd de strenge lijn van deze in de grond conservatieve
christenen, die door hun gemeenschappelijk handelen en hun authoritaire Kerk van
het begin af haaks op het romantiserende individualisme van de Amerikaanse
protestanten stonden, enigszins losgelaten. Hun zendingsdrift echter is
gebleven, waardoor het aantal leden inmiddels is gestegen tot meer dan 8
miljoen (cijfers van het jaar 2000), van wie ongeveer de helft in de VS woont. Zelf zijn ze er van overtuigd
dat hun religie de snelst groeiende is, die vooral in de derde wereld steeds
meer aanhang vindt.
Intussen stellen de meeste mormonen zich in het gewone leven veel pragmatischer
op dan de dogma's van het kerkelijk hoofdkwartier in Salt Lake City, het
'LDS-Vaticaan', zouden willen. Het geboorteoverschot daalt (Brigham Young liet
nog 27 vrouwen en 56 kinderen na), voorbehoedmiddelen zijn discreet toegestaan,
scheiding in elk geval niet meer verboden, zodat hun groeicijfer het nationale
gemiddelde benadert. Ook de zogenaamde code of health - geen thee, geen
koffie, geen alcohol, geen tabak - vertoont sleetse plekken, wat de eerstkomende
dagen zal blijken.
Om 8 uur van Las Vegas via het Fire State Park, waar de rotsen rood gloeiden in de zon (terra cotta) (zie foto's 1 t/m 13), en via de Mouse's Tank, Mesquite en Hurricane naar Springdale gereden. Waar we zitten op Zion Canyon Campground, dus pal bij de ingang van het park (zie foto's 14 en 15). Een plezierige camping waar een halte van de shuttle voor de deur is, die je, alweer gratis, de canyon in vervoert en waar je op een 8-tal plekken kunt uitstappen om te wandelen, te hiken, te kletteren of alleen foto's te maken. Je pakt gewoon de eerst volgende bus weer als je er aan toe bent, ideaal. Een schitterende canyon maar wat ons ook opvalt is hoe goed deze Staatsparken onderhouden zijn en bezoekersvriendelijk zijn gemaakt op een heel natuurlijke wijze (zie foto's 16 t/m 34).
Nog even terug naar de highway. Voorbij Hurricane, het centrum
van de fruitbouw in het zuiden van Utah en verzorgingsstations met motels,
RV-parken, supermarkten en restaurants, zorgt lieflijk farming en
ranching voor een beschouwelijk traject: paarden en schapen op veel groen.
Maar de roodbruine rotspieken krijgen steeds meer de overhand: Rockville,
Springdale - de nabijheid van het Zion National Park wordt merkbaar. Voor de
huisdeur daarvan ligt het gemoedelijke Springdale. Wat een verandering!
Na de glamour en glitter van de Las Vegas Strip vanmorgen nog, nu de vredig
loeiende koeien op de hellingen ter weerszijden van de Virgin River. Hoe lang
zal die nog ongestoord en onbelast voortstromen? Het plan om hier een
energiecentrale te bouwen heeft men dan wel laten varen, maar niet het voornemen
om dammen te bouwen teneinde de rivier op te stuwen.
Het welige groen van de schitterende bomen op de bodem van de kloof is een van
de eerste en weldadige indrukken in het Zion National Park, dat zich
uitstrekt aan de voet van de steile cañonwanden, die in 200 miljoen jaar zijn
uitgesleten door de noordelijke arm van de Virgin River. Zoals blijkt
uit petrogliefen en fundamenten van lemen en stenen huizen werd dit gebied
tussen 500 en 1200 na Chr. bewoond door Anasazi, later door de nomadische
Paiute-indianen, totdat in de jaren 60 van de 19de eeuw de eerste vrome mormonen
verschenen. Dezen beschouwen de grandioos gelaagde rotsterrassen onmiddellijk
als 'natuurlijke tempels Gods', als de hemelse stad Zion. (Zelfs nuchtere
geologen werden dweepziek en bewonderden de bergwereld als 'het grootste
trappenhuis aller tijden'.) De toppen die de bodem van de cañon flankeren hebben
dan ook verheven namen: 'The West Temple' bijvoorbeeld of 'The Great White Throne'.
Andere pioniers of pelsjagers vóór de mormonen hadden blijkbaar weinig
belangstelling voor het verkennen van de cañon of sloegen hem gewoon over, de
eerste Europese ontdekkingsreizigers, de katholieke missionarissen en paters
Dominguez en Escalante in 1776 evengoed als een groep bonthandelaars onder
leiding van de beroemde verkenner Jedediah S. Smith vijftig jaar later.
Pas de grote depressie veranderde het hemelse Jeruzalem in een bruikbaar park
voor de natie. In 1933 gaf Franklin D. Roosevelt het door hem in 1919 opgerichte
'Civilian Conservation Corps' opdracht tot het aanleggen van de eerste
beslissende verharde wegen en trails.
Dat komt de jaarlijks circa 2,5 miljoen bezoekers nog steeds ten goede. Aan de
voet van de 'Temple of Sinawava', een van de markante massieven van de cañon,
begint het gemakkelijkste van alle voetpaden, het Gateway to the Narrows
Trail. Het laatste en eigenlijk spannendste stuk leidt overigens door de
spectaculaire pas van de Virgin River, stroomopwaarts door bruisend en meestal
ijskoud water. Niets voor koukleumen of mensen met watervrees. Velen lopen op
sandalen en in korte broek, de meest geharden zelfs op blote voeten. De
rotswanden druppelen en ruisen, varens en allerlei groen groeien wild tussen de
ontelbare stroompjes aan de rand van de rivierbedding en er is zelfs volkomen
onverwacht een desert swamp - een vochtig gebied midden in de woestijn.
De nabijheid van mos en rotsen, kikvorsen en salamanders vormt ook de
aantrekkingskracht van het pad naar de Emerald Pools, in de steile
hangende tuinen waarvan het overal bruist en stroomt, druppelt en gorgelt. De
door de algen groenachtig gekleurde pools worden gevoed door watervallen.
De hellingen zijn bezaaid met wilde bloemen en kevers, terwijl op het pad
montere eekhoorntjes en groepjes spraakzame Nederlanders elkaar afwisselen.
Vooral de hoogteverschillen op de paden (tussen 1200 en 3000 meter) zorgen voor
afwisseling.
Net als in andere nationale parken overweegt men ook hier hoe men de steeds
zwaardere belasting van het automobiele natuurtoerisme kan beperken, het lawaai
en de rommel, de milieuschade en de verstoring van de vegetatie in de buurt van
de weg. Buiten het park zorgt het gezichtsbedrog in de IMAX-bioscoop ervoor dat
via tweedehands natuurbeleving de toeschouwersaantallen binnen de perken blijven.
De naam 'mormoon', zo vertelt men in Springdale, wordt eigenlijk als bijnaam
opgevat: het zou eigenlijk 'LDS' (Latterday Saint) moeten zijn. De LDS,
zo wordt nog altijd gezegd, hebben veel kinderen en hechten grote waarde aan
fatsoenlijke, schone kleren.
'Ze wijzen weliswaar alles af wat het lichaam verandert, alcohol, koffie en
thee, maar Coca-Cola niet.' - 'Waarom niet?' - 'Ze bezitten veel aandelen en
zijn financieel bij het bedrijf betrokken.'
Na de trip in de camper gekookt en gegeten en vroeg op stok!