Volgende 10-10-2003
Hoofdmenu
Vorige 8-10-2003

Donderdag 9-10-2003.

Yosemite Village - Tioga Pass - Bodie - Lone Pine. 422 km

Open deze kmz file 20031009.kmz uit de directory GoogleEarthfiles in Google Earth.

Foto's 031009-001 t/m 031009-038. Ze staan in dit zip-bestand.

Om half zeven 's morgens zijn we opgestaan en nadat we hadden geconstateerd dat de beren ons ook deze nacht niet van onze etensvoorraad hadden ontdaan vertrokken we om 8 uur om via de Tioga pas Yosemite Park te verlaten en Via Bodie en Mono Lake naar Lone Pine te rijden.

Tegen 9 uur getankt bij Crane Flat (zie plaatsmarkering) en om 17.15 uur zijn we in Lone Pine op camping Sierra View RV.

De 39 mijl naar de Tioga pas (3031m, gesloten tot eind juni) en park uitgang waren schitterend (foto's 15 en 16). We zijn dan ook (te) vaak uitgestapt om te kijken en te fotograferen. Olmsted Viewpoint was 0,3 mijl lopen om Yosemite Valley te kunnen zien (foto's 1 t/m 5), maar dat hebben we maar niet gedaan. Tenaya Lake was ook zo schitterend (foto's 6 t/m 10) evenals het meertje bij Tuolumne Meadows hogerop (foto's 11 t/m 14).
Op bijna 3000m hoogte trekken de Tuolumne Meadows aan het oog voorbij, het grootste alpine moerasgebied van de Sierraketen, gevolgd door kale granietplaten en gladgepolijste rotsblokken, tot we tenslotte de steile oostelijke helling afdalen.
Achteraf bezien was dit stuk van onze 6000 km lange route, van Crane Flat naar Lee Vining het mooiste stuk. De natuur was daar zo overweldigend en de rust en stilte was adembenemend.

Daarna de berg af naar Lee Vining waar we Mono Lake al zagen liggen (foto's 17 en 18). Maar eerst naar Bodie. Over een steenslagweg met wasbordeffect bereiken we de overblijfselen van de oude mijnstad Bodie, waarschijnlijk de beroemdste gost town van heel Californië. In de jaren zeventig van de 19de eeuw zetten losbollen en lichtmissen de boel hier op stelten en gold Bodie als een van de ruigste stadjes van het wilde Westen. 'Tot ziens, God, we gaan naar Bodie,' schreef een jong meisje indertijd in haar dagboek. De slechte naam was blijkbaar al wijd verbreid. Toch werkte Bodie als een magneet, die duizenden naar het oosten trok.
In 1932 verlieten de laatste inwoners tenslotte het gehucht en kwam het onder monumentenzorg. Het enige leven dat er nog in zit, is afkomstig van enkele zoetwaterbronnen - afgezien van de toeristen natuurlijk, die de door de wind scheef gewaaide schuren en huizen, het kerkhof en de mijnen in ogenschouw nemen.
De laatste 3 mijl was "unpaved" en wordt met recht een wasbord genoemd. Al die ribbels deden de RV trillen en schudden bij stapvoets rijden. Dat lag niet aan ons want iedereen reed zo langzaam. Het was er overigens niet druk: op die drie mijl (waar we een uur over deden!) zijn we hooguit een vijftal auto's tegen gekomen. We hebben op het punt gestaan om voortijdig terug te keren, om de RV te sparen. (Voor als je dat nog niet door had is RV de in de USA veel gebruikte afkorting van Recreational Vehicule, oftewel camper.) Bovendien waren we op ongeplaveide wegen niet verzekerd! Maar Bodie was een belevenis. In originele staat zoals in 1932 achter gelaten. Zeer de moeite en het gehobbel waard. Om 12.09pm kochten we een toegangsticket voor $4 voor ons tweeën. We hebben er 1 uur rond gelopen, daarmee wel wat dingen overgeslagen maar gezien de tijd wilden we er niet te lang blijven: we moesten nog helemaal naar Lone Pine en we hadden nog niet helemaal in de vingers hoe strak of los het tijdschema van onze route beschrijving was. Zie foto's 19 t/m 30. Zie ook de folder die we uit Bodie State Historic Park hebben meegebracht en zie de website van Bodie.

Daarna hebben we bij Mono Lake gelunched en kort rondgekeken (foto's 31 t/m 37).
Mono Lake, de vriendelijke grijsaard onder de meren, dat met zijn ouderdom van naar schatting 700.000 jaar een van de oudste meren ter wereld is. Het ligt te midden van het Mono Basin National Scenic Area. Op de plaats waar je het afgelegen nest van de zoutafzettingen al vanaf de grote weg kunt zien liggen, voert een smalle weg aan je linkerhand naar het meer, nauwkeuriger gezegd naar het Mono Lake Tufa State Reserve. Spiegelglad en diepblauw is het zoutloog van het meer, waarin de tufstenen als klonten zijn ingebed, '... zich schilderachtig verheffende rotsmassa's van witachtig grofkorrelig gesteente' zoals Mark Twain het uitdrukte. De witte torentjes danken hun ontstaan aan het door verdamping gestegen mineraalgehalte van het meer, dat geen natuurlijke afwatering heeft en twee keer zo zout is als de oceaan. Afgezien van enkele kleine krabben kunnen hier geen vissen leven. Des te heftiger wordt er daarom al jaren gediscussieerd over de rol van het energiebedrijf, dat nagenoeg al het water van de oostelijke hellingen van de Sierra verzamelt, kanaliseert en wegleidt - naar de dorstigste stad van Zuid-Californië, Los Angeles. Het Department of Water and Power van L.A. tapt ook de watertoevoer vanuit de bergen naar het Mono Lake af, waardoor de waterspiegel daalt, wat op zijn beurt het leefmilieu van de vogels bedreigt. Dat het ecosysteem al is aangetast, blijkt uit het volgende detail: een van de eilanden in het meer heeft van oudsher gefungeerd als nestelplaats voor meeuwen, maar door de lage waterstand is het veranderd in een schiereiland, zodat de coyotes vrij toegang hebben tot de nesten.
80 procent van de waterbehoefte van de megastad stroomt vanuit de Sierras door de Mojavewoestijn naar het zuiden en het Los Angeles Owens River Aquaduct is de grootste van de zijrivieren. Het werd geopend in 1913 en gold indertijd als een wonder van ingenieurskunst; de pijpleidingen, stuwmeren, krachtcentrales en kanalen met een lengte van zo'n 550 km vormen een van de meest gecompliceerde waterwinsystemen ter wereld.
In verband met deze kunstmatige manier van water overbrengen heeft Los Angeles al in een vroeg stadium honderdduizenden hectaren land in Inyo en Mono County, weiden zowel als ontspanningsgebieden, onder zijn bestuur gebracht, met de bedoeling de watertoevoer veilig te stellen.
Waarschijnlijk kunnen de onverstoorbare milieubeschermers binnenkort succes melden - tegen de waterzuchtige Angelenos. In de toekomst mag er namelijk geen water meer worden afgetapt uit de aanvoerleidingen, totdat de waterspiegel zover is gestegen dat de forellen zich weer vermenigvuldigen en de vogels hier weer nestelen. Dat kan lang duren. Bovendien ziet het er naar uit dat Los Angeles zelfs moet opdraaien voor de sanering van het gevoelige ecosysteem van het Sierrameer.

Om 14.30 hebben we het zoutmeer achter ons gelaten en zijn we over de I395 in een ruk naar Lone Pine gereden. Vanaf Mono Lake trekt de weg zijn asfaltspoor kaarsrecht door het hooggelegen dal. Voorbij de Deadman Summit (2451m) (zie plaatsmarkering) openen zich alpine, met uitgestrekte bossen begroeide vergezichten. In de zomer straalt het blauw van het Crowley Lake (zie plaatsmarkering) uit over de weg: 's winters wanneer er sneeuw ligt, zoek je het tevergeefs. Het meer is de grootste opslagtank van het drinkwatersysteem. Voorbij de Sherwin Summit (zie plaatsmarkering) daalt de weg naar de Owens Valley, die zich, althans volgens het bordje langs de weg, 160 km naar het zuiden uitstrekt, bijna tot aan de Mojavewoestijn.
Het vruchtbare dal werd oorspronkelijk bewoond door indianen. In 1845 werden meer, dal en rivier naar Richard Owens genoemd, een legerofficier die met een expeditie naar deze omgeving trok.
Sagebrush links en rechts van de weg wijst er op dat die waterdieven uit Los Angeles ook hier het hunne hebben bijgedragen aan de uitdroging van het dal. Bishop, Big Pine, Independence, Lone Pine: als brokken kandij liggen de gehuchten langs de highway. De Main Streets lijken even veel op elkaar als de omgeving: bossen, weilanden en leuke houten huisjes. En boven alles uit torent de Mount Whitney, met zijn 4418 m de hoogste berg van Californië.
Het indrukwekkende landschap is al van oudsher in trek als decor van wildwestfilms. Het weerzien met verfilmingen is trouwens een typische Californische ervaring. Dat was al de ervaring van Simone de Beauvoir tijdens haar reis door Amerika: 'Zoals je Nederland ziet door de schilderijen van de grote meesters - hier een landschap van Ruysdael, daar een molen van Hobbema, verderop weer een muur van Vermeer - zo ontdek je Californië door middel van zijn filmbeelden: cowboys, sheriffs, bizonkudden, galopperende paarden, smalle passen, houten dorpjes brachten me in verrukking omdat ik ze herkende.'

Sierra View Rv was de eerste camping die we zagen (foto 38) en we konden de laatste plaats krijgen voor $24. Het bleek druk te zijn vanwege een filmfestival van vrijdag tot zondag. Dat filmfestival is er heden ten dage (2013) nog steeds, en dat vindt plaats in het Lone Pine Film History Museum waar met name de Amerikaanse western in ere wordt gehouden. Op de camping hadden we een zeer behulpzame en aardige beheerder, en een uitgebreide toilet/douche met nieuw cijferslot. Op die manier wilden ze gebruik van faciliteiten door niet-camping gasten voorkomen. In het algemeen werden sanitaire faciliteiten uberhaupt niet gebruikt door camping gasten (met eigen grote badkamers!). Vaak was ik alleen in het toiletgebouw dat altijd zeer schoon en goed geoutilleerd was. Meteen na het inchecken boodschappen gedaan bij Joseph's Bi-Rite (fonetisch voor Buy Right). Toen ik deze supermarkt nu in 2013 nog eens aanklik via Google Earth vind ik deze recensie: "Never go here! The worst place to buy anything, everything is overpriced, and the owner, his name is Larry, changes the dates on packaging. You may purchase food out of date for years." Kennelijk hebben we toen mazzel gehad, want we leven nog steeds!

Morgen naar Death Valley: voorspelling van de campingbeheerder is 40 graden Celsius, brrrrrr.....

Volgende 10-10-2003
Hoofdmenu
Vorige 8-10-2003