Tijdens het door DSM aangeboden afscheidsdiner in hotel Vaalsbroek ter gelegenheid van mijn vertrek bij DSM vanwege (pre-)pensioen heb ik de volgende toespraak gehouden. Omdat ik al zo'n jaar of zes feitelijk bij DSM weg was waren er slechts enkele collega's uitgenodigd: uiteraard René Hillen, de personeelsman van DSM, John en Elly Olde Wolbers, Ingrid Muris en Erik en Marian Wolters, die echter op het laatste moment verhinderd waren om vanuit San Francisco over te komen naar Nederland.
Ik ben een zondagskind.
En sinds ik ontdekte dat ik niet op een zondag maar op woensdag 20 mei 1942 geboren ben, voel ik me een zondagskind.
Geboren in de oorlog dus, maar daar heb ik persoonlijk niet zoveel van gemerkt.
Mijn moeder vertelde altijd dat de kraamverpleegster op de fiets door de sneeuw naar ons huis in Zwolle kwam. Maar hiermee is nog niet statistisch bewezen dat het klimaat nu aanzienlijk beter is dan toen. Daarom gaan we dus regelmatig naar de Dominicaanse Republiek. Maar daar kom ik straks nog wel op.
In 1968 afgestudeerd in wis- en natuurkunde aan de universiteit Nijmegen en de TH Eindhoven. In die tijd lagen de banen voor het opscheppen voor mensen met een exacte opleiding en alleen al binnen Philips had ik een tiental keuzemogelijkheden. Het werd een fantastische baan bij het Natuurkundig Laboratorium van Philips in Eindhoven. En ik ben een zondagskind.
Daar mocht ik werken met gigantische computers, toendertijd het neusje van de zalm en top of the bill apparaten met vreselijk veel draadjes en stekkertjes en programma’s die vanaf ponsband werden ingelezen. 15 jaar voor de geboorte van de PC. En ik ben een zondagskind.
Toen mijn eerste vrouw overleed wilde ik graag weg uit Eindhoven. Bij Philips Data Systems in Apeldoorn heb ik meegewerkt aan de opzet van een Europese computer industrie met Siemens uit Munchen en CII uit Frankrijk. In 1971 zijn Gonny en ik getrouwd. Haar eerste man was een middelbare schoolvriend en toen hij verongelukte was zij in verwachting van Jacques. Wij begonnen ons huwelijk dus met 3 kinderen, Rob van 2½, en Marjolein en Jacques van 1½, die net 1 maand in leeftijd verschilden. Een drukke tijd met drie kinderen in de luiers maar ons beider leven stond weer op pootjes en na veel verdriet waren we weer gelukkig. En na 33 jaar nog steeds. Ik ben toch een zondagskind.
In 1975 werd duidelijk dat de eerste Europese computer gedoemd was te mislukken, vooral door de chauvinistische opstelling van de Fransen. Er ontstond onrust over de continuiteit van Philips Data Systems. Philips heeft toen echter aangemoedigd dat men vrij kon vertrekken naar elders. Een groot sollicitatie circuit kwam toen op gang en na een mislukte sollicitatie bij DSM van een collega ben ik daar ook maar eens gaan kijken. Ik ben in Heerlen en Geleen op gesprek geweest in november 1975, op de dag dat de NAK2 ontplofte. Een hoop consternatie maar per 1 februari 1976 werd ik aangenomen bij de afdeling Systeem Technieken van Arnout Haalman. Van Philips, waar de helft van 2000 man vertrok, kreeg ik nog een riante gouden handdruk mee. Ik ben een zondagskind.
Systeem software voor real time process control toepassingen vond ik heel leuk, maar binnen 2 jaar kreeg ik een aanbod “dat ik niet kon weigeren”: chef systeem software groep op het CCN als opvolger van Jan van Vroonhoven. Het was een prima tijd daar bij CCN waar mijn groep van 6 man uitgroeide naar 35 mensen.
Het was in 1980 dat we ons huis in Klimmen kochten en daardoor in grote financiele zorgen kwamen omdat ons huis in Heerlen nog niet verkocht was en de hypotheekrente plotseling tot 13% steeg. Nog steeds droom ik er wel eens van, maar het is toch goed gekomen. Ik ben een zondagskind.
In Apeldoorn al hadden Gonny en ik nog onze dochter Rianne gekregen, zodat we 4 kinderen hadden, die nu naar lagere en middelbare school gingen en in later jaren uitvlogen. Dit in het geval van Rianne letterlijk naar de Dominicaanse Republiek. CCN raakte ondertussen in een soort identiteitscrisis en in 1990 ben ik op eigen verzoek overgestapt naar het toenmalige CSM, jullie allen wel bekend. De outsourcing van CCN daarna naar KPN was een enorme klus, maar met een positief resultaat voor de mensen. Maar het blijft voor mij een vreemd idee je eigen medewerkers verkocht te hebben. Toch voel ik me nog steeds een zondagskind.
Toen ik na ziekte weer terug kwam bij CSM midden negentiger jaren, was het Geert Mooren en Hein Schreuder die met de suggestie kwamen om naar de universiteit Maastricht te gaan. Dit had ik niet zelf kunnen bedenken. Ik vond dat fantastisch en ik vind nog steeds dat DSM niet alleen toen maar eigenlijk altijd een prima werkgever voor mij is geweest. Ik ben een zondagskind.
Tot en met dit afscheidsdiner, waar helaas Erik en Marian Wolters niet bij konden zijn, ben ik tevreden over mijn nu voorbije werkende bestaan. Tegen Rene had ik gezegd “Gonny en ik komen wel een kop koffie bij je halen als afscheid van DSM”. Uiteindelijk ben ik toch al vele jaren uit beeld. Maar deze happening hier geeft toch een extra fijn gevoel om mijn DSM tijd af te sluiten.
Zoals jullie weten word ik morgen 62 en gaan we vrijdag voor 2½ maand naar Rianne in de Dominicaanse Republiek. Ik heb nog legio plannen voor de toekomst. Ik voel me hartstikke gelukkig met Gonny. We hebben 4 kanjers van kinderen en nu 6 en zometeen 8 schatten van kleinkinderen. Er begint een nieuwe fase in mijn, nee in ons leven. We worden nu verder slapende rijk en ik ben toch een zondagskind.