Hotel Rijk in Hattem

Tante Jeanne (zus van mijn grootvader, Adriana Wilhelmina van der Krogt) en haar man oom Henk Rijk hadden in en na de tweede wereldoorlog een familiehotel in Hattem aan de Viersprong, net buiten het stadje aan de provinciale weg naar Heerde. Het is Hattem-Zuid, op de hoek tussen de Apeldoornseweg en de Hezenbergerweg, tegenover 't Heem (wat er toen nog niet stond). Het is in de negentiger jaren van de twintigste eeuw afgebroken en op het stuk grond zijn een drietal herenhuizen gebouwd. Op Google Earth zie ik dat helemaal vooraan in de hoek nog die hele oude boom staat (een treurwilg?), het enige overblijfsel, denk ik. Nu in 2020 is deze oude boom ook verdwenen.

Plaats waar vroeger hotel Rijk lag in Google Earth.

Mijn ouders hebben in en na de oorlog veel kontakt met hen gehad. In de tweede wereldoorlog hebben we er zelfs een half jaar gewoond. En mijn vader en Henny (enige zoon van oom Henk en tante Jeanne) hebben er zelfs ondergedoken gezeten in de schuilkelder onder de grond in de moestuin. Daar ook heeft mijn vader zijn rechteroog verloren: bij het houthakken sprong er een splinter in. Hij heeft daarmee nog in het ziekenhuis gelegen (in de oorlog), maar ze hebben zijn oog niet kunnen redden. Ik kwam er pas laat achter dat hij een kunstoog had: er werd nooit over gepraat.
In de oorlog hadden ze in "het kantoortje" (naast de voordeur) een fiets zonder wielen op een standaard staan met een dynamo waarop om de beurt gefietst werd om electriciteit op te wekken.
Geen idee hoe ze dat hotel in de oorlog draaiende konden houden: kwamen er toch gasten? En geen idee of mijn vader toen nog werkte bij het kadaster in Zwolle, en of hij daar geld van kreeg.
Ik schijn er zelfs op de peuterschool te hebben gezeten iets verder op de Apeldoornseweg 20, in wat nu restaurant "de Gelderkamp" is, en waar Gonny's moeder ik meen haar 75ste verjaardag heeft gevierd (1997).
Ook schijn ik hier, ondanks het verbod van mijn ouders, van een duitser een keer een banaan aangenomen te hebben (dat was in en/of vlak na de oorlog iets bijzonders!). Waarna ik zo op mijn donder heb gekregen van mijn vader dat ik tot op heden geen bananen meer lust!

Van na de oorlog herinner ik mij dat mijn ouders en ik er vaak op zondagmiddag vanuit Zwolle met de bus (de VAD, Veluwse Auto Dienst) naar toe gingen. Vlak na de oorlog waren dat nog hele grote bussen in de vorm van een pick-up truck. De chauffeur zat dus in zijn eigen cabine, onbereikbaar vanuit de bus zelf. Die bussen moesten toen ook nog door het stadje Hattem zelf, dus onder de stadspoort door (ging maar net), want de weg buitenom was er toen nog niet. Vlak na de stadspoort moest de bus een haakse bocht naar links maken op het kruispunt midden in Hattem. En dat ging eigenlijk net niet. Er werden steeds stukjes van de hoekmuur afgereden omdat de bus de bocht niet ruim genoeg kon nemen. En dat vond ik spannend als jochie. Ik probeerde altijd op het plaatsje links voorin te gaan zitten, want dan zag je het het beste.
De familie van tante Jeanne (en dus van mijn vader), broers, zussen en kinderen kwamen in de jaren na de oorlog regelmatig logeren in hotel Rijk. Ik herinner mij tante Anna en haar dochter Bep van Akkeren. Bep was, als ik het mij goed herinner actuaris bij een verzekeringsmaatschappij. En mijn vader vond dat later wel een goed beroep voor mij, lekker wiskundig en veel zekerheid. Toen waren er echter nog geen (of weinig) computers!
Ook herinner ik mij oom Theo van der Kleij met een dochter. Oom Theo: klein, grijs en een stevige grijze snor. En dan was er nog oom Gijsbert. Tenslotte was er tante Aaltje (Alida Antonia van der Krogt): ik heb haar geloof ik nooit gezien, maar men had het altijd over haar. Ze was een soort verloren schaap. Woonde in Australie, zeker toen letterlijk de andere kant van de wereld, en is daar pas in 1977 overleden.