tweede dag in Santo Domingo
Dia's D3148 t/m D3153 in dia\images\1998\19981009.
D3148: Aan de
zuidkant van het Parque Colón rijst de kathedraal Santa María la Menor
op. In 1502 bouwde men reeds een kerk van hout, maar in 1510 besloot het Spaanse
koninklijk huis dat de nieuwe hoofdstad een prachtige kathedraal verdiende. Het
werk schoot echter niet zo snel op. Veel van de aangeworven arbeiders liepen weg
omdat naar het scheen in het nabije Mexico meer rijkdom en avontuur lokten.
Jarenlang gebeurde er bijna niets. In 1519 bezocht een bisschop Santo Domingo.
Hij stelde vast dat het godsdiensthuis slechts een armzalig bouwsel was. Ondanks
heftige kritiek duurde het nog vier jaar totdat het werk onder leiding van de
architect Alonzo Rodríguez in grootse stijl werd hervat. In 1540 was de kerk
klaar, twee jaar later wijdde paus Paulus III hem in als de eerste kathedraal
van de Nieuwe Wereld. Het massieve, tamelijk strenge uiterlijk van de kathedraal
doet denken aan een vesting. De westfacade heeft een groot versierd
dubbelportaal. Binnen in de gotische hallenkerk valt het hoofdaltaar op. Ook de
14 zijkapellen zijn interessant en bovendien springen de mooie, kleurige ramen in het oog.
D3149: In het midden van het Parque Colón verheft
zich het Columbusmonument. De trotse ontdekkingsreiziger, wiens naam in
het Spaans Colón is, kijkt alsof hij op het punt van vertrek staat naar
een ver, onbekend land; zijn gestrekte arm wijst in de richting van de zee. Als
je gaat zitten op een van de parkbankjes die in de schaduw van de bomen staan,
en stilletjes voor je uit staart, word je onmiddellijk omringd door
schoenpoetsers, souvenirhandelaren en gidsen die hun diensten aanbieden.
D3150: Veel grote namen vonden in de kathedraal hun
laatste rustplaats, ook Christophorus Columbus. Maar zijn lijk heeft heel wat
(al dan niet fictieve) zwerftochten achter de rug. De grote ontdekkingsreiziger
stierf op 20 mei 1506 in het Spaanse Valladolid. Zijn laatste wens om in Santo
Domingo te worden begraven loste men pas in 1544 in. In dat jaar werd het
stoffelijk overschot naar de andere kant van de Atlantische Oceaan gebracht en
feestelijk bijgezet naast Columbus' familieleden, zijn broer Diego en zijn neef
Luis. In 1795 moest Spanje een vredesverdrag sluiten waarin werd vastgelegd dat
het eiland Hispaniola moest worden afgestaan aan Frankrijk. Nadat de stedelijke
hoogwaardigheidsbekleders hadden besloten dat Columbus in Spaanse aarde moest
rusten, transporteerde men zijn gebeente naar Cuba, toen nog een Spaanse
kolonie. In 1898 verloor Spanje zijn laatste kolonies, waaronder ook Cuba.
Columbus moest hoe dan ook in Spaanse aarde begraven zijn. Daarom stak het
respectabele lijk opnieuw de Atlantische Oceaan over en kwam terecht in de
kathedraal van Sevilla. Daar is nog steeds een imposant praalgraf van de
ontdekkingsreiziger te bewonderen.
Toen in 1877 de kathedraal van Santo Domingo werd gerestaureerd ontdekte de
priester Billini op het voormalige graf een inscriptie waarop de naam Columbus
stond. Men kwam tot de conclusie dat indertijd de verkeerde beenderen naar Cuba
waren gestuurd, namelijk die van Diego. Ondanks alle verwarring en complicaties
bouwde men in Santo Domingo een sarcofaag voor het stoffelijk overschot van de
befaamde wereldreiziger. Tot op heden is niet duidelijk waar zich precies de
laatste rustplaats van de 'echte' Columbus bevindt.
In 1992 was het de laatste keer dat de al dan niet echte Columbus werd
herbegraven. Ter viering van de 500ste verjaardag van de ontdekking van Amerika
had de Dominicaanse president Balaguer een waardig graf voor hem laten inrichten
in het reusachtige museum Faro a Colón (Vuurtoren van Columbus). Onverstoorbaar
en tegen alle kritiek in had Balaguer de bouw bevolen van dit prestigeobject,
dat op 60 miljoen dollar wordt geschat.
D3151: Via een reeks trappen kom je op het wijdse
plein waarop dit Alcázar de Colón ('Columbushuis') staat. Dit paleis
heeft Diego Colón, de zoon van de ontdekkingsreiziger, omstreeks 1510 door meer
dan duizend indiaanse dwangarbeiders voor zich laten bouwen uit koraalsteen.
Opmerkelijk is dat bij de bouw van deze Moors-gotisch aandoende, 22 kamers
tellende steenkolos geen enkele spijker is gebruikt. In de 16de eeuw moet er in
de Nieuwe Wereld nauwelijks een luisterrijke residentie zijn geweest. In de
daarop volgende eeuwen heeft het gebouw lange tijd leeg gestaan, tegenwoordig is
het helemaal gerestaureerd en als 'vice-koniklijk museum' voor het publiek
opengesteld. De complete inrichting maakt de tijd van weleer aanschouwelijk.
Weelderig versierde meubels, 16de-eeuwse wandtapijten en een wapenverzameling
vervolmaken het beeld. Ook de privévertrekken van de familie Columbus zijn te
bezichtigen. Tijdens een bezoek aan het Alcázar krijg je een goede indruk van de
pracht en praal waarmee de koloniale heersers zich plachten te omringen.
D3153: Foto van een kerkje ten noorden van de Calle
el Conde met daarvoor de ruďne van de grote oude boom na de orkaan Georges. Het
omvallen van die boom heeft het standbeeld van padre Pio een arm gekost.