Terug naar 1996

15 tot 18 april 1996

Kandy met Botanic Gardens en Castle Hill Guest House

Dia's D2781 t/m D2881 in dia\images\1996\19960415-18.

D2781: Op 15 april zijn we met z'n tweeën naar Kandy gegaan. Rianne zou een paar dagen later komen om dan samen naar Nuwara Elya te gaan. In Kandy hebben we de eerste nacht in een hotel in de stad geslapen. Dat beviel ons niet goed, ik denk vanwege de lawaaiïge airco en slechte bedden. Daarom zijn we de volgende morgen verhuisd naar guest house Castle Hill, Rajapihilla Mawatha 22. Het lag op de heuvel achter het meer van Kandy tegenover de tempel van de tand waarop we dit prachtige uitzicht hadden.
Verscholen in de uitlopers van het bergland ligt, aan de oever van een lieflijk, door bomen omzoomd meer, de stad Kandy. Kandy is het middelpunt van de traditionele Srilankaanse cultuur. Deze koele plaats van over de 100.000 inwoners vertegenwoordigt misschien wel meer dan elke andere stad in Sri Lanka het levende verleden.
De heilige tand van de Boeddha, die de souvereiniteit over het eiland symboliseert, wordt hier in een speciale tempel bewaard. Elk jaar in augustus wordt de tand, in een grootse processie, op de rug van een olifant door de stad gevoerd. De traditionele Singalese muziek, dans, kunsten en ambachten mogen dan in Colombo bijna vergeten zijn, in deze bergstad leiden ze een bloeiend bestaan.
In Kandy zijn de kloosters van Sri Lanka's twee leidende boeddhistische sekten reeds lang ingeburgerde centra van geleerdheid.
Kandy is, zowel in economisch als religieus-politiek opzicht, méér dan een regionale hoofdstad. Want niet alleen is de stad het centrum van Sri Lanka's belangrijkste plantagegebied, ze is ook de hoofdzetel van de boeddhistische geestelijkheid, die zo'n belangrijke stem heeft in het politieke en maatschappelijke leven. Tot op zekere hoogte vervult Kandy nog steeds de invloedrijke rol die ze, in opvolging van Anuradhapura en Polonnaruwa, al 400 jaar vervult.
Voor veel Srilankanen èn toeristen is Kandy de bekoorlijkste stad van het eiland. De naam is, anders dan men misschien zou denken, niet afgeleid van een of andere zoetigheid. Kandy heette oorspronkelijk Senkadagala, naar een kluizenaar die daar geleefd moed hebben. De stad werd een religieus centrum in de 13e of 14e eeuw en een politiek centrum in de verwarde periode na de ondergang van Polonnaruwa.
Toen de Portugezen in de 16e eeuw het laagland stevig in hun greep kregen, trokken de Singalese heersers van Kotte en Sitawaka zich terug in het binnenland en maakten uiteindelijk omstreeks 1590 Senkadagala tot hun hoofdstad. Destijds werd naar deze locatie verwezen als: Kanda Uda pas Rata. Hetgeen betekent: 'De zetel van het Koninkrijk in de Bergen'. Afgekort tot 'Kanda' (berg) verbasterde deze naam in de loop der tijd via het Nederlandse 'Candia' tot het Britse 'Kandy'. Kanda is dus het Singalese woord voor berg en is in zijn verbasterde vorm Kandy zeker een toepasselijke naam voor een stad op 488 m hoogte.
In de 225 jaar die volgden, handhaafden de heersers van het bergland hardnekkig hun onafhankelijkheid. Ze trotseerden de Portugezen, de Nederlanders en de Britten evenzeer. Ze waren een doorn in het vlees van de drie koloniale machten, totdat de Britten de Kandyanen in 1815 volledig onderwierpen.
Kandy bleef in Britse handen tot Ceylon in 1948 onafhankelijk werd. Tegenwoordig kennen veel Singalezen Kandy als Maha Nuwara, 'de Grote Stad'.
De stad is gebouwd rond het serene Kandy-meer, een 19e-eeuwse schepping (1806) van de laatste koning van het onafhankelijke Kandy, Sri Vikrama Rajasingha (1788-1815). Een dichtbegroeide woonwijk bedekt de heuvels aan de zuidkant van het meer. Het belangrijkste deel van de stad ligt er ten westen en ten noorden van.
De A1 uit Colombo, de Kandy-weg, gaat aan de noordoever van het meer over in de Dalada Vidiya. Daaraan liggen het koloniale Queens Hotel en de beroemde Tempel van de Tand, de Dalada Maligawa. Daarover later meer.
D2782: Deze dia is ook genomen staande op het grasveld voor het raam van onze kamer, nee balzaal, maar nu niet in noordelijke maar westelijke richting. Links zien we de overhang van de middenkamer en eetkamer van Castle Hill en rechts achter het reusachtige beeld van een heiligdom boven op de berg. Dat heiligdom hebben we een dag later bezocht: we werden daar binnen in de tempel rondgeleid door een gids, een jochie dat onverstoorbaar doorpraatte over wat er allemaal te zien viel ook toen plotseling het licht uitviel (het onweerde buiten) en we geen hand voor ogen meer zagen, en dus zeker niet de dingen waarover het jochie vertelde!
D2783: Sri Vickrama Rajasingha zag het Kandymeer voltooid in 1807, precies acht jaar voor hij zijn koninkrijk aan de Britten overgaf. Het project was bij de Kandyanen niet direct populair. De schoonheid van het meer was onbetwistbaar, maar de burgers van Kandy vonden dat het geen nut had. Het was aangelegd door onbetaalde dwangarbeiders en diende niet voor bevloeiing.
De Britten hielden van het meer. Gouverneurs uit de 19e eeuw voegden elementen toe: de promenade om het meer en de balustrade langs de rand. Ook Rajasingha zelf was enthousiast. Hij liet ter hoogte van de Dalada Maligawa een eilandje aanleggen en bouwde daarop zijn koninklijk zomerhuis. Sommigen zeggen dat hij daar zijn harem hield. Op de plaats van het zomerhuis bouwden de onromantische Britten  een kruitmagazijn zo lelijk als een doodskist, dat pas na 1960 werd afgebroken.
Hoe dan ook, het mooiste uitzicht op Kandy valt te genieten vanuit deze tuin van het Castle Hill Guest House.
D2786: Zittend achter onze tafel met een heerlijk kopje thee hebben we stil zitten genieten van dit prachtige en unieke uitzicht op Kandy en de Tempel van de Tand. Onze kamer was echt letterlijk zo groot als een balzaal. Castle Hill was voorheen het onderkomen van voorname Britten ten tijde van de Britse overheersing. De huidige Singalese eigenaar weet waarschijnlijk zelf niet wat voor een uniek object hij in handen heeft en verhuurt zijn kamers aan langskomende toeristen zoals wij. In feite heeft hij maar twee kamers: een links en een rechts van de middenkamer die ook als eetkamer fungeerde. Elke morgen vroegen ze wat we 's avonds wilden eten. Alles was mogelijk als het maar kip en rijst was! Toch hebben we daar, weliswaar niet bijzonder, maar wel behoorlijk gegeten.
D2790: De oprijlaan door de grote tuin van het Castle Hill Guest House. In het hek zie je de letters C en H voor Castle Hill.
D2791: Dit is de eerste dia van de bijzondere planten en bomen in de Peradeniya Botanical Gardens, die ruim 6 km van Kandy liggen aan de grote weg naar Colombo. De in 1816 gestichte tuinen waren aanvankelijk alleen een proefstation voor koffie- en kaneelplanten. Maar de flora werd al gauw uitgebreid tot alle planten van Sri Lanka en later kwamen daar nog overzeese soorten bij.
Het 60 hectare grote park is voor voetgangers en automobilisten toegankelijk. Bijzonder attractief zijn een aantal lanen: de Avenue of Royal Palms, de door bamboebomen omzoomde Riverside Drive en de Bat Drive. Deze laatste vormt het onderkomen van een grote populatie vliegende honden, die hun dagen ondersteboven hangend doorbrengen. Verder zijn er een specerijentuin, een kruidentuin, een orchideeënhuis, een cactushuis en een kas met onder meer anthuriums, begonia's en Kaapse viooltjes.
D2793: In het orchideeënhuis.
D2814: Wandelend door het prachtige park. Ook de Srilankanen gebruiken paraplu's tegen de zon en zitten in de schaduw van deze grote boom als het ook hen te warm wordt.
D2822: Een van de bomen langs de Bat Drive hangt vol met vleermuizen. Een interessant gezicht maar ook een beetje luguber.
D2823: de Avenue of Royal Palms.
D2826: De botanische tuinen van Peradeniya worden aan drie zijden begrensd door de Mahaweli-rivier, die zich ter plaatse aan een enorme meander te buiten is gegaan. In feite wordt de geografie van het hele gebied rond Kandy door de Mahaweli gedomineerd. Het is verreweg de grootste rivier van Sri Lanka, 333 km lang. Ze ontspringt hoog in het bergland nabij Adam's Peak, legt tweederde van lengte en breedte van het eiland af en mondt bij Trincomalee uit in zee. Meer dan 40 zijrivieren voorzien de Mahaweli van water.
D2828: Van de tuinen bereikt u via een hangbrug het aan de overkant van de rivier gelegen Gannoruwa Agricultural Research Station. In dit landbouwkundig onderzoekscentrum verdiepen wetenschappers zich in botanische onderwerpen, variërend van acclimatisering tot entomologie (insektenleer). Het onderzoekscentrum bestaat sinds 1890. Vóór die tijd had gouverneur Edward Barnes er zijn particuliere koffieplantage.
D2839: Weer terug in de tuin van Castle Hill met zeer dreigende wolken boven ons hoofd. Zelfde foto maar met ander weer als D2782.
D2844: Er stond zelfs een volledige vleugel in een hoekje van deze eetkamer!
D2845: Bloemen in de tuin van Castle Hill.
D2857: Het huis was in engelse stijl geheel symmetrisch opgebouwd.
D2858: Ook wij begonnen onze rondgang door de stad bij de Dalada Maligawa, de door een gracht omgeven roze Tempel van de Tand die bijna helemaal alleen bij het meer staat.
In de 4e eeuw n.Chr. werd Boeddha's tand, voor heiligschennende handen verborgen in het haar van een Orissaanse prinses, naar Sri Lanka gebracht. Sindsdien zijn de faam en heiligheid ervan in Sri Lanka en de hele boeddhistische wereld steeds groter geworden. De tand werd niet alleen Sri Lanka's hoogst gewaardeerde bezit, maar ook het symbool van de souvereiniteit. De nationale hoofdstad beschouwde men als de plaats waar de Tandrelikwie permanent werd bewaard.
De tand kwam in 1590 naar Kandy. Koning Wimala Dharma Suriya I bouwde er een heiligdom van twee verdiepingen voor. Het stond op de plaats van de huidige tempel. Drie generaties later liet koning Narenda Singha een nieuwe tempel bouwen, eveneens twee verdiepingen hoog. Die bestaat nog steeds als de Inner Temple, de Binnenste Tempel.
Door latere koningen werden verbeteringen aangebracht. In het begin van de 19e eeuw voegde Sri Vikrama Rajasingha de achthoekige Pittirippuva toe. Vanuit dit staatsiepaviljoen, gebouwd aan de dichtst bij het meer gelegen hoek, sprak hij bij belangrijke gelegenheden zijn onderdanen toe. De Britten gebruikten de Pittirippuva korte tijd als gevangenis, maar nu is de onschatbare bibliotheek van de tempel er in ondergebracht.
Er zijn maar weinigen die de Tandrelikwie zelf te zien krijgen. Wat men in de plaats daarvan wel te zien krijgt, is de dagoba-vormige karanduwa, een met goud beklede reliekschrijn. Zichtbaar is slechts de buitenste van zeven, in elkaar passende dagoba's. In de binnenste zit, als een Russische matrosjka-pop, de relikwie opgeborgen. Ze zijn allemaal van zuiver goud en versierd met kostbare edelstenen. Wanneer, bij zeldzame gelegenheden, de tand wordt tentoongesteld, dan rust hij in een lus van goud die oprijst uit het hart van een gouden lotus.
Eens was het binnenste heiligdom alleen toegankelijk voor de koning en bepaalde monniken. Tegenwoordig worden bezoekers tijdens de puja (offerdienst) via twee voorvertrekken toegelaten tot de 'Zaal van de Zalige Aanschouwing'. Puja's worden gehouden bij zonsopgang (omstreeks 6.00 uur), halverwege de ochtend (rond 11.00 uur) en bij de schemering (ongeveer 18.30 uur). De tempel zelf is voor het publiek geopend van zonsopgang tot het donker wordt. In de tempel bevinden zich nog vele andere schatten. In het binnenste heiligdom worden een miniatuur Boeddha (D2862), gesneden uit één enkele smaragd van 5 bij 7,5 cm, en een zittende Boeddha (D2861), gemaakt van een stuk bergkristal, veilig bewaard. De Binnenste Tempel is verfraaid met mooi houtsnijwerk, beschilderde plafonds en deuren van zilver en ivoor. De bibliotheek (D2864) bevat uiterst fijnzinnige ola-manuscripten, gevat in bladen van verguld zilver, die versierd zijn met fijn lakwerk en bewerkt ivoor.
D2859: Hier zien we, na lang wachten in de rij, de buitenste van de zeven gouden dagoba's met daarin. naar men zegt, de tand van Boeddha.
D2869: Links de achthoekige Pittirippuva waarin de bibliotheek zit. Middenboven op de helling achter het meer ons guest house Castle Hill. We zaten daar echt ereloge!
D2871: Aan de zuidzijde van de tempel, die uitzicht biedt op het meer, is een open hof waar olifanten worden getraind en voorbereid op het twee weken durende Esala Perahera in juli en augustus (de boeddhistische Esala-maand). De Tandrelikwie wordt hierbij in processie door de stad gevoerd.
D2872: Ten tijde van het Kandyaanse koninkrijk was de Dalada Maligawa onderdeel van een enorm gebouwencomplex. Behalve de Dalada Maligawa omvatte dit complex onder andere het ten noorden van de tempel gelegen Koninklijk Paleis en het ten oosten van de tempel gelegen Paleis van de Koningin. Dat paleis en tempel een geheel vormden, is niet zo verwonderlijk, gegeven de functie van de Singalese Koning als hoofd van de geestelijkheid. Tot het complex behoorde ook deze koninklijke Audientiëzaal, even ten noorden van de tempel.
Deze zaal is met haar open zuilenhal een schoolvoorbeeld van de Kandyaanse architectuur. De eerste steen werd gelegd in 1784. Voltooid werd de zaal pas toen de Britten Kandy bestuurden. Als vergaderruimte diende ze al, nog voordat de uitvoerig bewerkte zuilen van teakhout en halmilla (D2873) in de stenen vloer waren geplaatst. Want in 1815 confereerden in deze hal de afvallige Kandyaanse hoofden, die hadden besloten het koninkrijk aan de Britten over te geven. In de Audiëntiezaal onderwierpen zij zich - en met hen het koninkrijk - aan Brits gezag. De perfect onderhouden zaal werd in het recente verleden af en toe gebruikt voor ceremoniële zittingen van het Supreme Court, het hooggerechtshof.
D2875: Weer terug in Castle Hill in een typische stoel met draaileuningen genieten van dat prachtige uitzicht op het gouden dak van de Tempel van de Tand.
D2877: Enkele plaatjes in het Wace park, gelegen op dezelfde helling als Castle Hill, maar iets meer naar beneden.
D2881: Tenslotte hebben we in het silk house, schuin achter Castle Hill gelegen, nog gekeken naar stoffen en sarongs. Rianne werd erin gehuld om te laten zien hoe mooi het stond.