Vakantie in Tsjechie
Dia's D2177 t/m D2304 in dia\images\1994\19940528-0622.
D2177: Met de caravan naar Tsjechie. Eerst door Duitsland, Regensburg en dan via Plzen (waar we in de buurt een nacht hebben gekampeerd) naar Praag. Ten noorden van Praag in Dol. Chabry vonden we een camping van waaruit we Praag konden bezoeken. Vlakbij was een bushalte en met de bus kwamen we in het centrum van de stad. Te beginnen natuurlijk met de (autovrije) 500 m lange Karelsbrug waartoe deze prachtige toren de toegang is. D2178: Gezicht vanaf die Karelsbrug in noordwestelijke richting op de regeringsgebouwen van president Havel. Bedenk dat dit een paar jaar na de val van de muur is (1989). Tsjechie heeft nog maar nauwelijks de grauwe oostblok sluier afgelegd. D2179: Vanuit de kade van de oude stad is dit een gezicht op de Karelsbrug en de regeringsgebouwen daarachter. D2180: Let op de inventieve bescherming tegen kruiend ijs met schuine boomstammen van de oude pijlers van de Karelsbrug. D2181: Dit is de toren van het raadhuis van de oude stad met de apostelklok (hier niet zichtbaar, was trouwens onder restauratie) aan het belangrijkste plein van die oude stad: Staroměstské náměstí (ik zal verder die gekke accenten en zo weglaten). D2182: Dit plein is een belangrijke ontmoetingsplaats waar altijd veel mensen op de been zijn. Rechts het grote monument voor de kerkhervormer Johannes Hus, dat in 1915 door de beeldhouwer Ladislav Saloun is gemaakt. Zijn stijl vertoont overeenkomsten met die van de Franse beeldhouwer Auguste Rodin. Links de zachtroze, bijna witte St. Nicolaaskerk van de architect Dientzenhofer. Deze werd voltooid in 1735 en heeft twee torens en een hoge bronzen koepel. D2183: Dit is toch prachtige jugendstil. D2187: Weer terug bij de St. Nicolaaskerk. D2188: En de toren van het raadhuis met de apostelklok: het astronomische uurwerk (1410-1490) waarvan op de hele uren twee vensters boven de klok open gaan, waaruit langzaam bewegend de 12 apostelen tevoorschijn komen. Uit het raam erboven kraait tot slot een haan. Op het bovenste cijferblad van de klok zijn de stand van de zon en de maan af te lezen. Ook de minuten, uren en dagen staan aangegeven evenals de maanden en de 12 tekens van de dierenriem. D2191: Vrijwel aan de oever van de Moldau, een stukje ten zuiden van de Karelsbrug, ligt dit monumentale Nationaal Theater, een van de belangrijkste neorenaissancistische bouwwerken van Tsjechie. Architect Josef Zitek liet zich inspireren door de Italiaanse architectuur van de 16e eeuw. De werkzaamheden begonnen in 1868 en eindigden in 1883. In 1983 werd het theater gerestaureerd, waarna het bronzen dak glimt als nooit tevoren. Via een ticketoffice hebben we kans gezien kaartjes te bemachtigen voor een opera voorstelling in dit prachtige theater, een onbekende (voor mij althans) opera van George Bizet waarvan de enscenering was omgezet naar deze tijd. De zangers droegen dus kleding van de 20ste eeuw. Er waren alleen nog maar kaartjes voor helemaal bovenin en half achter een pilaar. We zaten dus erg ver van het toneel af. Maar wat wil je ook, voor f 0,25 per stuk! Nog goedkoper waren de staanplaatsen van f 0,05. De opera heeft niet zoveel indruk gemaakt, maar het prachtige theater des te meer. In de pauze heb ik alle trappen op en neer gerend om zoveel mogelijk te zien van de binnenkant van dit supermooie theater. D2193: De Karelsbrug gezien ongeveer vanaf het Nationaal Theater. D2196: Hier bevinden we ons in de Hradcany of Praagse Burcht, eerder een domstad op een heuvel. Het is het symbolische hart van de natie. Op de gemakkelijk te verdedigen rots, die de Moldau dwingt een grote oostelijke bocht te maken bevindt zich onder meer het koninklijk paleis tezamen met de enorme St. Vitusdom. Verder ligt er een groot complex van kerkelijke en regeringsgebouwen uit alle perioden dat zich thans langs de rand uitstrekt. De voordeur van de burcht, de Eerste Binnenhof wordt bewaakt door strijdende stenen reuzen en door de paleiswachten. D2198: De Derde Binnenhof van de burcht wordt gedomineerd door de St. Vitusdom, een enorm bouwwerk waarvan de constructie eeuwen heeft geduurd, hoewel de torenspits in wezen gotisch is gebleven. In de 14e en 15e eeuw waren Petr Parler en later zijn zonen de belangrijkste architecten. De westfacade wordt geflankeerd door twee hoge torens, die dateren van het eind van de 19e eeuw. In die tijd werd ook het grote roosvenster aangebracht. De rijk gedecoreerde bronzen deuren geven toegang tot het interieur van de kathedraal. D2200: Het wisselen van de wacht, elke dag om 12 uur, is nu een vrolijke aangelegenheid, heel wat anders dan het sombere vertoon van macht door de in ganzenpas lopende in kaki geklede figuren van het vorige regime. De militairen gaan nu gekleed in blauwe korte jassen en grijze broeken, die president Havel voor hen heeft laten ontwerpen. Ze marcheren op de maat van grappige trompetmuziek, gespeeld door soldaten in rode kostuums. D2201: De muzikanten staan elk in een geopend raam in de linkervleugel van het gebouw. Nadat de ceremonie is afgelopen, sluiten zij de vensters, waarna een deel van de soldaten naar de kazerne aan het Hradcanske namesti marcheert. Deze ceremonie is in zwang sinds de omwenteling in 1989. D2205: Het hoogtepunt van het imposante exterieur van de kathedraal is de zuidzijde met de toren en het driedelige zuidportaal dat bekend staat als de 'Gouden Poort' van Petr Parler. D2210: Een deel van de lange gevel van het koninklijk paleis. D2211: Vanaf de rand van de rots met de Praagse Burcht lopen schitterend in terrasvorm aangelegde tuinen. Van beneden af gezien wordt het verheven gotische silhouet van de St. Vitus dom stevig op zijn plaats gehouden door de eindeloos lange onverbiddelijke voorzijde van de paleisgebouwen. D2217: In dit Balhuis in de koninklijke tuinen werd vroeger een balspel gespeeld, dat enigszins op tennis geleken schijnt te hebben. Het is een mooi sober bouwwerk versierd met sgraffito. De voorstellingen zijn allegorisch van aard en beelden de Artes Liberales en de Deugden uit. Het gebouw is een ontwerp van Bonifaz Wolmut. Ervoor staat een beeldengroep van Anton Braun: Allegorie van de nacht. D2225: Dit prachtige in Sezessionsstijl uitgevoerde Grand Hotel Europa ligt aan het 750 meter lange Wenceslasplein, dat meer het karakter van een gigantische wandelboulevard heeft. Het Wenceslasplein heeft historische betekenis door de vele politieke demonstraties en manifestaties die er in de 20ste eeuw werden gehouden. Zo werd er in 1918 tegen de Habsburgers en voor de onafhankelijkheid betoogd; in 1968 vonden hier massabijeenkomsten plaats voor de Praagse Lente en tegen de inval van de troepen van het Warschau-pact. Op dit plein bracht Jan Palach zijn dramatische zelfverbranding ten uitvoer. Het was ook het toneel van de grootscheepse protestdemonstraties in 1989, die uiteindelijk het einde van het communistische regime tot gevolg hadden. D2227: Naast deze kruittoren het misschien wel buitengewoonste bouwwerk in Jugendstil van de stad, het Obecni dum (Gemeenschapshuis). D2228: Het werd in 1911 voltooid en was het resultaat van de samenwerking van de belangrijkste architecten en vormgevers van die periode; het huisvest een koffiehuis, een restaurant, en tentoonstellings- en toneelzalen. D2231: De Oude Joodse Begraafplaats vormt onderdeel van het Joods Staatsmuseum. Hij dateert van de 15e eeuw en is de oudste joodse begraafplaats ter wereld. Wegens plaatsgebrek zijn de overledenen in vele lagen boven elkaar begraven. Religieuze verordeningen bepalen dat geen enkel graf verwijderd mag worden. Volgens de joodse traditie moeten de natuur en de tijd hun gang gaan op een begraafplaats, zonder tussenkomst van de mens. De 12000 grafstenen met Hebreeuwse inscripties staan dicht opeengepakt, terwijl vele zijn verzakt en bemost. De wortels van de talrijke bomen op het kerkhof kronkelen zich om de zerken. Het terrein ademt een melancholieke, serene en mysterieuze sfeer. Tot 1787 werden op dit kerkhof mensen ter aarde besteld. D2234: De wijk Bubenec in het noorden van Praag wordt voor een groot deel in beslag genomen door het Stromovkapark. Het oostelijke deel bestaat uit een tentoonstellingsterrein, dat is aangelegd ter gelegenheid van de grote Nationale Tentoonstelling van 1891. In mei 1991 opende Vaclav Havel er een nieuwe tentoonstelling, gewijd aan de technologie en de cultuur van Tsjecho-Slowakije. D2235: Dit is de grote expositiehal, waarvan de vorm enigszins doet denken aan die van een treinstation. Het is typisch fin-de-siecle-architectuur, waarin veel gietijzer en glas is toegepast. D2246: Dit elegante bouwwerkje is het Hanavsky-paviljoen, ook in het grote Stromovkapark, biedt plaats aan een luxe restaurant en een discotheek. Het aanzien van het gebouw wordt vooral bepaald door de decoraties van gietijzer, zoals lantaarns, raamkozijnen en kleine sculpturen. Het is ook uit 1891 voor de Nationale Tentoonstelling. Het diende toen als expositieruimte voor beeldhouwwerken, waaronder een driedimensionale versie van Leonardo da Vinci's Laatste Avondmaal. Na afloop schonk de Komarov-ijzergieterij het paviljoen aan de stad Praag. D2251: Dit is de kunstmatige rotswand in de Waldstein tuin die aan het begin van de 19e eeuw is vervaardigd aan de binnenkant van een der muren. D2255: Wat een prachtig klassiek strijkje in een zonovergoten uitgaanspark van Praag! En zomaar, voor niets! D2256: En dit gevechts-toneelstukje op de binnenplaats van een of ander gebouw.
D2258: Op sommige plaatsen in Noord en Oost Bohemen (ten noordoosten van Praag) heeft de luchtvervuiling een ontoelaatbaar peil bereikt. De bossen op grote hoogte hebben de meeste schade geleden, maar de buitengewone rotsformaties die, niet geheel ten onrechte, het Cesky Raj (Boheems Paradijs) worden genoemd, bleven intact. D2259: Ten zuiden van de saaie stad Turnov is het Boheemse zandsteen zo verweerd, dat het een hele reeks vreemde vormen heeft aangenomen: torentjes, zuilen, kantelen, door diepe spleten gescheiden grote blokken, en de beroemde 'rotssteden'. D2275: We stonden hier op een, overigens vrij vieze camping als je het Gonny vraagt, aan een mooi meertje met een zandstrandje/speelveldje erbij. Daar werd door een groep campinggasten (van een school of een vereniging) heel enthousiast een merkwaardig soort balspel gespeeld. Een kruising tussen voetbal, rugby en handbal. Niet tussen twee elftallen of 15-tallen maar met een hele sloot mensen. Heel leuk, ook heel gedisciplineerd en fantastisch om naar te kijken. D2276: Aan de gezichten is te zien dat letterlijk iedereen enthousiast en fanatiek meedoet.
D2279: Tenslotte hebben we nog een aantal dagen helemaal in het zuiden, tegen de grens met Oostenrijk, aan het Lipnomeer gestaan. Op een camping bij het plaatsje Frymburk. Hier mooie dia's van de ondergaande zon. Het immens lange Lipnomeer, dat in de jaren 1950 werd aangelegd om hydro-electrische stroom op te wekken, is de populairste attractie in dit gebied. 's Zomers is het vol rubberboten, roeiboten en kano's; de oevers zijn bezaaid met zomerhuisjes en campers. De spoorweg en een drietal wegen verbinden het meer met Cesky Krumlov. D2290: De burcht van Cesky Krumlov is na de Praagse burcht de grootste van het land; hij strekt zich westwaarts uit over een smalle rand tussen de Vltava en een minder belangrijke stroom, waarbij een diep ravijn door een buitengewone brug van meerdere verdiepingen wordt overspannen. D2291: Het ingewikkelde, op een stad lijkende bouwsel heeft verscheidene binnenplaatsen en ongeveer 300 kamers. Beren waggelen in de slotgracht, en kanonnen versieren een van de binnenplaatsen. D2292: De onderkant van de toren was een deel van het oorspronkelijke bolwerk uit de 13de eeuw; de fijn afgewerkte bovenkant met uitkijkgalerij is een van de prachtigste creaties van zijn soort in het land, en werd in de late 16de eeuw toegevoegd. D2299: Onder het Lipnomeer ligt een heel ontoegankelijk gebied waar de grens met Oostenrijk doorheen loopt. En dus tot een jaar of vijf geleden het Ijzeren Gordijn. Toen was het ook verboden gebied en er is (bijna) niets, geen dorpen, geen huizen en geen wegen. Wij hebben hier gewandeld in een bijna lugubere sfeer. Er is niets en niemand, behalve bij deze verweerde toren een paar kinderen. D2300: Dit was ook het gebied waar we de oude houtvester vonden met de naam Petr nogiets, die vroeger hier voor de stasi patrouilleerde en nu met zijn vrouw, maar zonder werk in een flatje in de stad woonde. Hij was iets aan het maken van hout, een tafel of zoiets, die voor hem alleen te zwaar was om te tillen en te verplaatsen. Dus vroeg hij ons om even te helpen met iets te verrollen over klaar liggende boomstammetjes waarvoor wij in ruil een houtsnijwerkje van hem kregen met zijn naam er op, Petr.