Volgende extra route 2
Menu extra routes
Open deze kmz file extra route 1.kmz uit de directory GoogleEarthfiles in Google Earth.
Foto's er1-01 t/m er1-11 15. Bekijk ze met behulp van een diavoorstelling.
Driehonderd dagen per jaar, zo heeft men wervend
uitgerekend, welft zich het blauwe uitspansel over Phoenix en Scottsdale, het
woestijnadres dat momenteel misschien wel het verleidelijkst van alle
extravagante resort-oasen uitnodigt tot een dolce far niente.
Laten we beginnen in Phoenix, de metropool die heel lang niet heeft kunnen
vermoeden dat ze haar naam ooit zoveel eer zou aandoen. De profetische naam
danken we aan een Britse avonturier, die dacht dat deze plaats ooit was herrezen
uit de ruïnes van de prehistorische Hohokam-indianen. Lange tijd dommelde het
plaatsje (gesticht in 1870 en in 1881 geïncorporeerd) als stoffige frontier
town met postkoetsen, saloons en cowboys, mijnwerkers en soldaten maar wat
voor zich uit. Pas in de 20ste eeuw, toen de economische krachten van de grote
'C's - cattle, copper, cotton, climate, citrus - werden afgelost door
nieuwere, begon een even snelle als wanordelijke groei, die heeft geleid tot de
ongebreidelde urban sprawl, die je verder alleen nog vindt in Houston of Los Angeles.
De ontwikkeling verliep in drie fasen: door de aanleg van de Southern Pacific
Railroad, die leidde tot een sterke bevolkingstoename; door de voltooiing van de
Roosevelt Dam in de Salt River begin 20ste eeuw, waardoor Phoenix een
soortgelijke duw in de rug kreeg als Las Vegas door de Hoover Dam (de zegen van
overheidsgeld!) en ten slotte door de economische voordelen die de Tweede
Wereldoorlog met zich mee bracht en waardoor Phoenix alleen al drie nieuwe luchtmachtbases
kreeg.
Niet te onderschatten is ook het effect van rond 1950 ingevoerde air
conditioning, waardoor niemand zich 's nachts nog in natte lappen hoefde te
wikkelen om de hitte te overleven. Klimaatbeheersing en uitgekiende
watervoorziening schiepen in laatste instantie de voorwaarden voor het gedijen
van de hightechwereld waarvan de meeste Phoenicians tegenwoordig (goed) leven.
Of het nu General Electric is, Honeywell of Hughes Aircraft, altijd waren het
ook de lage lonen en de zwakke vakbonden die het groeiklimaat van de 'Valley of
the Sun' bevorderden.
Wie Phoenix tegenwoordig per vliegtuig nadert, krijgt het beste beeld van het
kunstmatige aanlegpatroon - de plotsklaps in de bruine woestijn opdoemende
groene vlakken van de begroeide velden, de kaarsrechte autowegen, de glazen
bunkers van Downtown en de eindeloze percelen, omringd door groenblauwe turkooizen, de
pools. (foto's er1-01 t/m er1-09)
In Phoenix is een bezoek aan het Heard Museum aan te bevelen. Het is een
gerenommeerd kunstinstituut in een weliswaar nagebouwde, maar niettemin
bezienswaardige haciënda, waarin een van de belangrijkste kunsthistorische
collecties van het Zuidwesten is ondergebracht: indiaanse manden, keramiek,
sieraden, textiel en een grandioze parade historische kachinas (indiaanse poppen), een van
de omvangrijkste in de hele VS. Ook zijn er replica's te zien van traditionele
indiaanse bouwvormen: een pit house van de Hohokam, een wickiup
van de Apache en een hogan. Maar je komt er ook heel practische dingen te
weten, bijvoorbeeld wat er allemaal van de saguarovrucht wordt gemaakt: siroop,
marmelade, wijn. Je moet zeker eens kijken naar hun website
www.heard.org. En dan speciaal naar een paar
video's over het leven van indianen stammen in het zuidwesten (foto's
er1-10 1 t/m er1-10 3).
Ter afwisseling moet je nu even naar de Desert Botanical Garden gaan om
de prachtige veelsoortige en veelkoppige cactusverzameling te bekijken. Ter
opwarming, indien nog nodig in dit woestijnklimaat, hier alvast wat typische
plaatjes (foto's er1-10 4 t/m er1-10 9).
Phoenix vormt in feite een tweelingstad met Scottsdale waarbij de Camelback
mountain de grens markeert. De circa 150.000 inwoners vormen samen een van de
rijkste gemeenten van het land. Toerisme, detailhandel, banken en
verzekeringsmaatschappijen staan borg voor het leeuwendeel van de welvaart.
Het begin van Scottsdale was schamel, wat in deze karige omgeving niet
verrassend is. De plaats werd in 1888 als tentenstad voor blanken gesticht door
een baptistendominee uit New York, een zekere Winfield Scott - in hetzelfde jaar
waarin het Arizonakanaal werd voltooid, dat de droge streek sindsdien van water
heeft voorzien. Het tegenwoordig verfijnde kanalenstelsel gaat in laatste
instantie terug op de Hohokam-indianen, die tweeduizend jaar geleden al water
uit de Salt River hierheen leidden om bonen te kweken. Scott en andere pioniers
begonnen hun droom van een bloeiende oase in de woestijn onmiddellijk te
verwezenlijken door het verbouwen van citrusvruchten, aardnoten en aardappelen.
Anderen voegden zich om gezondheidsredenen bij hen, vanwege het gunstige
klimaat: zieken (artritis, astma, tuberculose) en herstellenden. Het rond de
eeuwwisseling oprukkende kunstenaarsvolkje kon verbazingwekkend goed overweg met
de inmiddels ontstane gemeenschap van veeboeren, landbouwers en fabrikanten. Dat
bleef in wezen zo tot aan de Tweede Wereldoorlog.
Toen explodeerde het inwoneraantal door de vestiging van grote electronische
bedrijven (in het bijzonder Motorola). Scottsdale werd de zetel van de
Majokliniek en door het toerisme werd het een begeerd vakantiedoelvoor
welvarende kuurgasten en vele kunstenaars - wat nog altijd te zien is aan onder
andere een tiental eersteklas vakantiehotels, meer dan honderd golfbanen en
tweemaal zoveel kunstgaleries. Maar ook aan de chique malls natuurlijk,
waarvan architectuur, clientèle en prijspeil nooit tot stand zouden zijn gekomen
zonder de dollars uit het Midden-Westen en de vele bedrijfsvestigingen uit
Californië. Vooral de laatste jaren zijn vele Californiërs de drukte, de
aardbevingen en de toenemende sociale conflicten in de 'Gouden Staat' beu geworden.
En als je eenmaal in Scottsdale bent moet je vanzelfsprekend een bezoek brengen
aan Taliesin West (spreek uit: tellie-essin), het markante Frank Lloyd
Wrightgebouw aan de noordoostelijke kant van de stad. Op de website
www.franklloydwright.org is veel
informatie te vinden over deze belangrijke architect uit de 20ste eeuw.
De rondleidingen volgen het ritme van de kunstig geconstrueerde vertrekken,
gangen, terrassen en binnenplaatsen en intussen kun je niet alleen bouwkundige
details en veelvoudige overeenkomsten tussen binnen en buiten bewonderen, maar
ook anecdotes horen over de eigenzinnige bouwmeester en eerste sterarchitect van
de moderne tijd. In 1937, in zijn zeventigste levensjaar, zocht Wright dit stuk
grond uit en bebouwde het, samen met zijn assistenten en leerlingen - als
tegenhanger voor zijn (gelijknamige) woning Taliesin in Spring Green, Wisconsin.
Hij wilde hier tot zijn dood de winters doorbrengen, onder meer om het koude
jaargetijde in Wisconsin te omzeilen. 'Ik werd meegesleept door de schoonheid
van de woestijn,' schreef hij later, 'door de droge, heldere, zondoorgloeide
lucht, de klare geometrie van de bergen; de hele omgeving inspireerde me door
haar scherpe contrast met het weelderige, pastorale landschap van Wisconsin. En
uit deze ervaring, deze openbaring zo u wilt, ontstond het ontwerp voor dit
gebouw. Het ontstond vanuit zichzelf, zonder voorbeelden of navolgers.'
Tot de hoogtepunten van deze winterresidentie behoren ondetwijfeld de garden
respectievelijk living room (die in de tijd van Wright veelvuldig
werd herbouwd en een regelrecht ontwerplaboratorium was) en het originele
theater (dinner theater of cabaret) met zijn prachtige
wandarmaturen en de rotsnis voor de concertvleugel. Taliesin West is echter
vooral in elk opzicht een demonstratie van de centrale thema's van Wright, die
van de 'Destruction of the box', de 'verwoesting van de doos', die steeds
terugkerende bouwvorm van de schoenendoos. De dynamiek van de ongebruikelijke
vormen, van de muren en de daken, legt een bom onder de rechthoekigheid van de
woon- respectievelijk werkdoos.
Verlevendigd wordt het geheel niet op de laatste plaats door de gebruikte
materialen: de ter plaatse verzamelde rotsblokken, het zand uit de naburige
washes en tenslotte de toepassing van textiel en kunststoffen. De
bezienswaardige samenhang tussen bouwmaterialen en omringend landschap, van de
structuur van het metselwerk en die van berg en bodem, de helling van muren en
daken in verhouding tot de berghellingen, de uitgekiende verhouding tussen licht
en schaduw, de aard van de natuurlijke ventilatie, dit alles staat in scherpe
tegenstelling tot de doorsnee woningen in het uitdijende Scottsdale, die steeds
verder oprukken in de richting van dit architectonische kleinood, tot grote
spijt van de liefhebbers ervan.
'Ons nieuwe kamp behoort bij de woestijn van Arizona alsof het er al tijdens de
schepping ervan stond,' noteerde Wright. De architect als geniale schepper,
wiens macht echter eindigt bij de grens van zijn bouwperceel. (foto's
er1-11 01 t/m er1-11 15)
Maar mijlen, malls en musea - het doet er allemaal niet toe als je je
alleen maar wilt ontspannen. Je hoeft niet persé een kamer gereserveerd te
hebben in de diverse paradijstuinen van het hotelwezen om je te laten verwennen.
Je parkeert gewoon je auto en maakt gebruik van de diverse faciliteiten (voor
enkele waarvan moet worden betaald, maar nauwelijks meer dan door de
hotelgasten): zwembad, kuuroord, tennis- en golfbanen, de gondels naar het
restaurant, de bar of (voor biologisch geïnteresseerden) de tocht door de
omgeving, tijdens welke je de 'grondbevolking' van het Zuidwesten te zien
krijgt, onder andere saguaro's en andere cacteeën, jacaranda's en oleanders,
bougainvillea's, irissen en dadelpalmen, hazen en eekhoorns, salamanders,
road runners, kwartels en zwarte zwanen.
We rijden de stad uit. Kenmerkend: een afrit van de interstate, een halve cirkel
- en de wereld lijkt volkomen veranderd! Ten zuiden van Phoenix gaat het niet
anders. Binnen enkele minuten wordt de tot dusverre eenzame vlakte in beslag
genomen door saguaros en bloeiende palo-verde-bomen en een kale
woestijntuin wordt ingelijst door bergruggen en -toppen.
Jammer genoeg maar even, want de kleine highway eindigt algauw en
laat het verder over aan de landbouw, waarvan de bruine ploegvoren weliswaar
nuttig zijn, maar weinig zeggingskracht hebben - tot het punt waarop zich in de
verte een merkwaardig baldakijn aftekent: het beschuttende zonnedak van de
mysterieuze ruïnes van het Casa Grande (foto's
er1-12 01 t/m er1-12 04).
1500 jaar geleden woonden er Hohokam-indianen in het dal van de Gila River. Ze
bebouwden het land in kleine, verspreide dorpen. Om de droge grond vruchtbaar te
maken legden ze een ingewikkeld, meer dan 1000 kilometer lang stelsel van
irrigatiekanalen aan en plantten katoen, maïs en pompoenen. Ze maakten verfijnd
aardewerk en dreven handel met Mexico. Verder weet men weinig over hun cultuur,
al helemaal niet waarom ze rond 1350 dit machtige, vier verdiepingen hoge
bouwwerk oprichtten. Moest het als fort dienen? Voor rituelen worden gebruikt?
Uit de nieuwste onderzoekingen blijkt dat de hoogste ramen exacte astronomische
observaties mogelijk maken. Een sterrenwacht dus? De wandeling naar het
hoofdgebouw en door de omliggende ruïnes slaat een vreedzaam hoofdstuk uit de
geschiedenis open, verluchtigd door kleurige vlinders en snorrende kolibries.
Verder naar Florence: de wijnbouw op de velden rondom past bij de naam.
Toscaanse Spätlese? Even later gaat Highway 79 over in de Pinal
Pioneer Parkway, waarvan hij zienderogen opknapt. Het spannendste langs de
weg is natuurlijk het Tom Mix Monument dicht bij de fatale 'Tom Mix
Wash'. Overmorgen, in Douglas, zal blijken wat er met die wash aan de
hand is (foto er1-14).
Op het huis van het onopgehelderde verleden volgt dat van de onopgehelderde
toekomst: Biosphere 2, een soort ruimteschip Enterprise, dat overigens
nooit is opgestegen. Maar het heeft minstens enige tijd gedaan alsof het los van
de aarde kon bestaan. Twee jaar lang, van 1991 tot 1993, wilde men een handvol
wetenschappers in het glazen huis opsluiten om, afgezonderd van de buitenwereld
('Biosphere 1'), als in een moderne ark van Noachlevens- en
overlevingsomstandigheden te testen en misschien zelfs voorwerk te doen voor een
kolonisatie van Mars. Alle voedsel, water en lucht moesten worden gerecycled. Al
na vier maanden echter bleken er meer of minder openlijk toegegeven lekken en
defecten te bestaan: er werden computeronderdelen naar binnen gesmokkeld, een
bionaute verliet het glazen huis en liet zich in een ziekenhuis behandelen aan
een wond. De proef werd gestaakt.
Edward Bass, een Texaanse oliemiljardair, had aanvankelijk miljoenen op tafel
gelegd voor het experiment - als egotrip, zoals boze tongen beweren. Er kwam
onmiddellijk kritiek op de ernst van het experiment: publiciteitskermis voor een
wild idee uit de new-age-hoek, zei men. Maar sinds 1996 hoeft Biosphere zich
niet meer wetenschappelijk te bewijzen want toen kwam ze onder de vleugels van
de New Yorkse Columbia University die de infrastructuur gebruikt als onderzoeks-
en collegeruimte (foto's er1-13 01 t/m er1-13 12).
Oracle Road nadert Tucson vanuit het noorden en daarmee ook de bijna
400.000 inwoners die een thuis hebben gevonden in dit hooggelegen woestijndal,
dat door vier bergmassieven wordt beschut: de Santa Catalina, Rincon, Santa Rita
en Tucson Mountains. Pater Eusebio Francisco Kino speelde hier omstreeks 1700
vroedvrouw voor de stad. Deze Spaanse jezuïet, wiens standbeeld bij de ingang
van het plaatselijke historische genootschap staat, stichtte de eerste missie
onder de Papago-indianen.Later, tijdens de Apachenoorlogen, fungeerde het
intussen gebouwde VS-fort als cavaleriebasis. Vanaf 1880 zorgde de spoorweg voor
de eerste aanzetten tot een beschaving, maar echt bergopwaarts ging het pas na
de Tweede Wereldoorlog.
Het moderne Tucson, de liberale tegenhanger van het wat conservatieve Phoenix,
leeft hoofdzakelijk van de Air Force en de universiteit. Door het droge en
vooral 's winters aangename klimaat is de stad bovendien een geliefd
gepensioneerdenoord geworden en de hightechbedrijven die zich er de laatste tijd
hebben gevestigd, prijzen de heldere, stofvrije woestijnlucht. De meeste
Tucsonians slaan het (door de universiteit ontstane) culkturele niveau van hun
stad even hoog aan als het nog altijd heersende grassroot feeling: de
vroede vaderen zijn verbazingwekkend genoeg voor iedereen en bijna alles
aanspreekbaar en daardoor staat Tucson, wat de mogelijkheden tot medebeslissen
in het stedelijk bestuur en de politiek betreft, er betrekkelijk goed op.
De toeristische hoogtepunten slingeren zich als een krans om de uitdijende
vlakke stad en zijn door de fikse afstanden niet op een lange namiddag te
behappen. Maar een wandeling door de oude binnenstad met de St. Augustine
Cathedral (foto's er1-16 01 t/m er1-16 03)
is zeker de moeite waard. Breng tenslotte een bezoekje aan het oostelijk van
Tucson gelegen Saguaro National Park waar amateurfotografen en
natuurminnaars kunnen genieten van de cactussen, want laat in de middag is het
licht hier op zijn mooist. Deze 'koningen van de woestijn' kunnen wel 200 jaar
oud, 15 meter hoog en 8 ton zwaar worden. In het voorjaar, tussen april en begin
juni, bloeien de kolossen: na zonsondergang gaat een van de vaak meer dan
honderd kleine, witte bloesemknoppen open en wacht dan tot hij de volgende
ochtend wordt bestoven, waarna hij nog diezelfde dag verwelkt.